De film houdt het midden tussen een tekenfilm en een poppenkast en heeft veel weg van Thunderbirds, de Britse serie uit de jaren ’60, die het verhaal vertelt over de International-Rescue-organisatie. Het reddingsmiddel in deze film echter is - zoals de titel verraadt - Team America, een bende losgelaten nozems die menen de wereld te verbeteren en daarbij de Eiffeltoren, het Louvre, Gizeh en andere pareltjes verwoesten.
In de mate dat een “laten-we-lachen-met-alle-dwaze-Amerikaanse-clichés”-film een plot kan hebben, is dit waar het dus eigenlijk om gaat: de film vangt aan in Parijs (dat gesitueerd wordt op “3,635 miles east of America”). Een vrolijk jongetje dat uit volle borst Frère Jacques zingt, botst op tegen een groep verdacht uitziende mannen in lange tunieken, met een lange baard en borstel-wenkbrauwen boven dreigend rollende ogen. Lang leve prototypes. De Arabieren van dienst spreken helemaal geen Arabisch, maar uiten zich in een wartaaltje à la “bakalaka laka”. Wanneer ze later in de film nog eens aan bod komen, zijn de enige begrijpelijk woorden “Muhammad Jihad!”.
In een koffertje houden ze massavernietigingswapens (WMD’s) bij, die elk moment kunnen ontploffen. Op dat moment duikt, deus ex machina, Team America op. Resultaat van hun opvoering is de destructie van de Eiffeltoren én het Louvre, maar “de terroristen zijn uitgeschakeld”.
De terroristen blijken in opdracht van de Noord-Koreaanse staatsleider Kim Jong-il te werken, maar dit weet Team America niet, ondanks de krachten van hun (blijkbaar niet) alwetende computer I.N.T.E.L.L.I.G.E.N.C.E. (wat later in de film leidt tot quotes als “We have no intelligence!”). Wanneer Team America terugkeert in haar basis in Mount Rushmore, blijkt het netwerk toch niet opgerold en roept het team de hulp in van een acteur, Gary, die zich moet vermommen om te spioneren bij de terroristen in een bar in Caïro. De missie slaagt, want de terroristen worden uitgeschakeld, alsook de halve site van Gizeh. Omwille van deze destructie en inefficiëntie krijgt Team America weerstand: de Film Actors Guild (met Alec Baldwin, George Clooney, Sean Penn, Helen Hunt, en zoveel andere hedendaagse ik-zal-de-wereld-veranderen-acteurs) komt samen en beslist actie te ondernemen tegen Team America. Wanneer uiteindelijk ook de regio van het Panama-kanaal (“Panama, Central America, South of the real America”) onder een terroristische aanval te lijden krijgt en de Film Actors Guild de vinger wijst naar Team America, gaan de acteurs protesteren bij de basis in Mount Rushmore, wat leidt tot de destructie van de basis. Tegelijk worden alle leden van Team America, behalve Gary die intussen het team in de steek gelaten heeft, onder vuur genomen door Noord-Koreaanse vliegtuigen en door Kim Jong-il in hechtenis genomen, in afwachting van de grote vredesconferentie die deze laatste in samenspraak met de Film Actors Guild wil op poten stellen. Het plan is om tijdens de vredesconferentie simultaan MWD’s te laten ontploffen over de hele wereld. Gary komt echter op miraculeuze wijze Team America redden en ontmaskert net op tijd Kim Jong-il als bendeleider.
De film haalt er met andere woorden alle clichés van de doorsnee Amerikaanse actiefilm door: de opeenvolging van liefdesverklaringen op de foutste momenten, emotionele uitingen “in the heat of fire” en stupide one liners à la “Hey, terrorists, terrorize this!”. Maar het is meer dan een satire op breinloze en romantische actiefilms. Het hekelt onder andere de overdreven vereenvoudiging van grote wereldkwesties. De idee dat alle terroristen het gemunt hebben op de vrijheid van Amerika, is er één van. Het is één van de geliefkoosde argumenten in het discours omtrent de War On Terror: terrorisme is een bedreiging van de Amerikaanse manier van leven, de algehele Amerikaanse cultuur wordt aangevallen. Of zoals Lisa het verwoordt wanneer ze Gary overtuigt lid te worden van Team America: “Your freedom is at stake too". Dit zwakke argument moet het hedendaagse Amerikaanse imperialisme goedpraten en de War On Terror wordt op deze manier gerechtvaardigd: de USA móeten de wereld wel redden van de ondergang (want wie zal het anders doen?). Hoewel de Bush-administratie nooit direct genoemd wordt, is het duidelijk wat het mikpunt van spot is. De film draait rond de overmoedige aanname van de Amerikaanse regering dat de USA, als enige overblijvende grootmacht, geroepen is om ’s werelds leider te worden en dé bewaker van vrijheid. De poppenkast is een aanval op het Amerikaanse imperialisme en de xenofobie die de staat beheerst: de USA twijfelen er niet aan dat zij dé gerechtvaardigde grootmacht zijn, stellen zich de vraag niet of het terecht is zich op te werpen als verdediger van democratie en vrijheid en dat ook te doen in landen waar ze niets te zoeken hebben. Team America trekt daarom even blind ten strijde tegen de kwade machten als in realiteit de Amerikaanse regering dat doet. En ook al leggen ze prachtige cultuursites plat, het team lijkt hiervan helemaal niets te merken, zoals ze ook niet inzien dat eigenlijk niemand hen gevraagd heeft in te grijpen. Ondanks het feit dat in de film geen woord gerept wordt over Irak, is dit duidelijk een symbolische representatie van hoe Amerika Irak binnenviel: zogenaamd omdat het land WMD’s bezat, waardoor de USA dus geroepen waren om te wereld te redden van die boze Saddam-tirannie. Intussen weten allen wat een grove leugen dit was en hoe het als dekmantel gebruikt werd voor het imperialistisch beleid van de USA.
Het beleid van de Amerikaanse regering is echter niet de enige vorm van “imperialisme” die in deze film gehekeld word. De hedendaagse Hollywood-generatie krijgt er eveneens stevig van langs. Het is een fenomeen van de laatste jaren dat acteurs zich steeds vaker opwerpen als wereldverbeteraars (George Clooney en zijn film over Darfur, Angelina Jolie als Goodwill Ambassador aangesteld door het UNHCR, de open brief van Sean Penn in 2002 om Bush te vragen niet binnen te vallen in Irak). De academische wereld is niet de enige groep om daar kritiek op te leveren, deze film kan er ook aardig wat van. Geen wonder dat één van commentaren op de film als volgt luidde: “You’ll only be offended if you have so sense of humour or if you’re Sean Penn.”
Het belang van films als deze mag niet onderschat worden. Natuurlijk zal deze film niets concreet bewerkstelligen. De Bush-administratie zal niet plots de huidige koers wijzigen door een poppenkast van formaat. Maar het is belangrijk dat vanuit de Amerikaanse staat zelf kritiek geuit wordt op deze manier: humor die ook bij het publiek terecht komt.
Ann-Kathleen de Sagher
1 opmerking:
Amerikaans imperialisme is een buitengewoon boeiend onderwerp, maar godzijdank bestaan er naast alle literatuur hierover ook nog humoristische pareltjes zoals deze film. En het is waar: de film is, zoals eigenlijk altijd bij Parker en Stone, een stuk intelligenter dan de zalig vuilbekkende verpakking doet vermoeden op het eerste gezicht.
Nu moeten we natuurlijk ook oppassen dat we zelf niet in clichés gaan beginnen denken over de Verenigde Staten natuurlijk. Het land is op vele vlakken een voorbeeld en niet in het minste op intellectueel en academisch gebied. Het is waar dat de VS zichzelf steeds als een uitzonderlijke natie heeft beschouwt, en eigenlijk is dat idee niet eens zo moeilijk te begrijpen. Op een ogenblik dat Europa nog in de greep was (en nog lang zou blijven) van een dictatoriale aristocratie, kwamen de Verenigde Staten reeds met een ongelooflijk revolutionaire grondwet op de proppen waarin de idealen van de democratie centraal stonden. Ook volledig gedegouteerd van de Europese toenmalige diplomatie die het continent in een permanente staat van oorlog stortte, behalve de periode van het Concert van Europa dan, hebben de VS altijd al een heel andere kijk gehad op de rest van de wereld. Eerst isolationistisch, beschermd als ze waren door de twee oceanen; maar sinds Woodrow Wilson altijd, in meer of mindere mate en afhankelijk van de president van het moment, een stuk idealistisch en overtuigd van hun Messiasrol in de wereld. Dat dat meer dan wenselijk kwalijk uitdraait, is een feit: Iran ‘53, Vietnam, Condor, de contra’s, Varkensbaai…Irak, ik was het bijna vergeten. De voorbeelden lijken eindeloos. Europa is dan weer een regio die zijn welvaart volledig te danken heeft aan de VS, dankzij bijv. het Marshallplan. Affijn, het blijft een bijzonder fascinerend land. Maar het is ook een grootmacht natuurlijk, en grootmachten zijn vaak, helaas, smeerlappen en minder vaak, ook helaas, Grote Vriendelijke Reuzen. Gelukkig zijn dit soort films mogelijk in de VS en dat is al heel wat.
Seb Druyts
Een reactie posten