zaterdag 29 december 2007

Monopoly Media Manipulation

Egon Gussé
29/12/2007

In mijn vorige bijdrages heb ik het gehad over de invloed van leugens. Leugens zijn natuurlijk niets waard zolang ze de bevolking niet bereiken. Daarom wil ik me nu buigen over de rol van de - laten we hopen - vooral Amerikaanse media in de verspreiding van verkeerde of onvolledige informatie. Omdat Parenti in zijn lezing de pers een aantal keer een veeg uit de pan geeft, wou ik zijn visie wel eens horen. Deze post is dan ook gebaseerd op één van zijn - nogal vulgariserende - artikels, nl. "Monopoly Media Manipulation".

Tijdens zijn lezing vaart Parenti plots uit tegen de mediamagnaat Rupert Murdoch. Daarom heb ik als inleiding eens gekeken naar wat die Rupert Murdoch allemaal misdoet in de ogen van progressief Amerika. Nogal wat zo blijkt, zo schrikt hij er bijvoorbeeld niet voor terug om de media naar zijn pijpen te doen dansen. Dankzij de lakse Amerikaanse mediawetgeving heeft hij immers een indrukwekkend media-imperium uitgebouwd (http://www.americanprogress.org/issues/2004/07/b122948.html) waarvan de cijfers behoorlijk onthutsend zijn: Murdochs satellieten zenden in vijf continenten programma's uit en zijn de belangrijkste in Groot-Brittanië, Italië, delen van Azië en het Midden-Oosten. Hij publiceert niet minder dan 175 (!) kranten/tabloids waaronder The New York Post, The Wallstreet Journal, The Times en The Sun. In de V.S. is hij ook de baas van 20th Century Fox Studio, Fox Network en nog zo'n 35 zenders, wat in totaal goed is voor 40% van het Amerikaanse marktaandeel (2004). De macht die Murdoch over de media heeft is dus gigantisch. Niet voor niets stond hij ook dit jaar weer op de tweede plaats in Fortune's lijst van meest machtige zakenmensen (http://money.cnn.com/galleries/2007/fortune/0711/gallery.power_25.fortune/2.html). Helaas gebruikt hij die macht ook voor zijn eigen profijt, soms met verregaande gevolgen. Murdoch staat immers bekend als een uitgesproken rechts, conservatief persoon. Zo sprak hij in de aanloop naar de oorlog in Irak bijzonder lovend over Bush en Blair. De eerste handelde in zijn ogen zeer correct en moreel verantwoord, de tweede was "full of guts". En terwijl Bush en Blair ten allen tijde ontkenden dat de invasie rond oliebelangen draaide, zei Murdoch doodleuk dat de invasie voor goedkopere olieprijzen zou zorgen. Iets waar hij trouwens zeer enthousiast over was: de prijs voor een vat olie naar 20$ krijgen was volgens hem het beste wat de wereldeconomie kon overkomen (http://www.americanprogress.org/issues/2004/07/b122948.html). Het wekt dan ook geen verbazing dat bij het begin van de oorlog alle 175 kranten van Murdoch zich achter Bush en Blair schaarden (http://www.guardian.co.uk/Iraq/Story/0,2763,897015,00.html).

Parenti heeft dus blijkbaar geen ongelijk wanneer hij in het begin van zijn artikel zegt dat de media al te vaak de dominante officiële ideologie (meestal die van de geldschieters)reflecteren. Hij merkt terecht op dat diezelfde media ondertussen blijven verklaren dat ze vrij en onafhankelijk te werk gaan, een objectief beeld scheppen en kritische commentaar afleveren. Ze geven wel toe dat er af en toe onnauwkeurigheden in de berichtgeving sluipen maar dit is volgens hen inherent aan de journalistiek. Met andere woorden: er zijn onvolkomenheden maar ze zijn niet het gevolg van een systematische aanpak. Een kritische buitenstaander durft dan al eens de wenkbrauwen te fronsen, want hoe verklaart men dan dat Murdochs kranten in 2003 stuk voor stuk de mening van de overheid verkondigden? Dit klakkeloos kopiëren is maar één van de tactieken die de media toepassen, in de rest van zijn artikel stelt Parenti de meeste gebruikte manipulaties op een rijtje. Ik stel voor dat we die even onder de loep nemen.

Een eerste mechanisme is het weglaten van bepaalde elementen van het verhaal of eventueel zelfs het verzwijgen van het hele verhaal. Het veel gehoorde verwijt dat de pers te sensationeel en aanvallend is, klopt daarom niet helemaal. In veel gevallen worden - voor de overheid - vervelende zaken met de mantel der liefde bedekt. Zelfs monumentale gebeurtenissen kunnen in de vergetelheid raken. Parenti bewijst dit aan de hand van de Indonesische militaire coup (1965) die door de V.S. gesteund werd en die zeker aan 500.000 mensen het leven heeft gekost. Vreemd genoeg duurde het maar liefst drie maand voor het verhaal in de V.S. gepubliceerd werd.

Wanneer het verzwijgen van feiten faalt, kiezen de media vaak voor de frontale aanval. Ze stellen daarbij alles in het werk om het verhaal in diskrediet te brengen. Dit kan tot op het randje van toelaatbare gaan en indien nodig verspreidt men flagrante leugens.

Een andere courante praktijk is het toekennen van labels aan nieuwsitems. Het label verschaft het onderwerp dan bepaalde kenmerken die de aandacht van andere eigenschappen afleiden. Naast labels met een positieve connotatie zoals "hervormingen" (want deze betekenen vooruitgang) en "de vrije markt" (want die werkt helend), zijn er natuurlijk ook negatieve zoals "linkse guerrilla", "Islamitisch terrorisme" etc.

Het vernauwen van de context is eveneens een mogelijkheid. Dit principe is behoorlijk simpel: men vertelt enkel de oppervlakkigheden en de gevolgen, maar men gaat niet dieper in op het groter plaatje en de substantiële oorzaken. Zo zullen we bijvoorbeeld veel te weten komen over de gevolgen en het verloop van stakingen maar veel minder over wat de substantiële beweegredenen zijn. Hetzelfde gebeurde bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2000 in Florida: daar gingen de media er al te makkelijk vanuit dat Bush gewonnen had. Het onderzoek dat naar de legitimiteit van de verkiezingen liep kreeg nauwelijks aandacht. Het vernauwen van de context kan op zijn beurt gekoppeld worden aan de ongelijke aandacht die de pers aan alternatieve visies geeft. In veel gevallen krijgen tegengestelde visies niet evenveel mogelijkheden om hun versie te verkondigen. Natuurlijk is het steeds de officiële versie die de meeste aandacht zal krijgen. Wanneer het dan toch eens lukt om een dissidente mening te verkondigen, dan wordt deze gemakshalve genegeerd en gaat men er niet dieper op in.

Ook het kader waarin een nieuwsitem wordt gebracht speelt een grote rol in de perceptie. Volgens Parenti is het zelfs de meest effectieve propaganda. Door te spelen met de intonatie, de achtergrond(muziek), kleuren, de plaats in het journaal enz. dringt men de toeschouwers/lezers onmiddellijk een mening op. Het alwetende toontje van de nieuwsankers kan die claim nog versterken.

Het gebeurt meer dan eens dat de media klakkeloos overnemen wat de overheid zegt. De media zijn in dat geval niet meer dan een doorgeefluik naar de bevolking. Dit was bv. het geval in de kranten van Murdoch. Wie zich hiertegen verzet wordt opnieuw de grote boeman, de media willen immers ten allen tijde hun aura van objectiviteit behouden.


Conclusie:
Als we de media mogen geloven dan gebeuren dingen "zomaar". Ze stellen zich haast nooit de vraag waarom dingen gebeuren. Personen die dit toch doen vinden daardoor bijna geen (populaire) fora om hun mening te ventileren. Iemand als Parenti trekt daar polemische conclusies uit: volgens hem doet de media hun werk voortreffelijk want het is al lang hun bedoeling niet meer om de waarheid te vertellen. Het is hun job om onder het mom van betrouwbaarheid desinformatie te verschaffen. De discussie moet daarom ook niet gaan over de fouten in de media, maar over de manier waarop de media er toch in slagen om het dominante paradigma te bijven.



Bronnen:

1 opmerking:

Anoniem zei

Een interesant artikel, ik ben momenteel bezig met een scriptie over media manipulation dus dit is mij heel goed van pas gekomen.