http://video.aol.com/video-detail/the-power-of-nightmares-nederlands-deel-3-the-shadows-in-the-cave/1057936734
‘Shadows in the cave’ is het derde deel van de documentairereeks ‘The power of nightmares’. Deze reeks verdiept zich in de politiek van angst en terreur, zoals die gevoerd wordt door de Amerikaanse neo-cons en het islamisme. In een wereld waar het ideologisch discours over een betere wereld niet meer wordt geloofd, is een donker en angstaanjagend toekomstbeeld in de plaats gekomen. Politici trachten hun macht en autoriteit van weleer te herstellen door zich op te werpen als beschermers van het volk. ‘Shadows in the cave’ tracht te achterhalen hoe de mythe van het wereldwijde al Qaeda-netwerk tot stand kwam. Wat is het nut van zulke mythes, door wie werden ze uitgevonden en wie profiteert ervan? De documentaire somt de leugens en vertekeningen op van de regering Bush. Hieronder volgt een samenvatting.
‘Those with te darkest nightmares, became the most powerfull’.
De documentaire begint bij het ontstaan van al Qaeda. Alhoewel de grote massa dit leerde kennen met de aanslagen op 11 september 2001, dook de naam reeds vroeger op in Amerika. Een rechtzaak rond de aanslagen in Kenia en Nairobi in 1998, concludeerde dat dit het werk was van een wereldwijd netwerk ‘al Qaeda’ genaamd. Aan de top hiervan stond Osama Bin Laden. De documentaire beweert echter dat dit netwerk uitgevonden was om Bin Laden te kunnen veroordelen. Zodra er sprake is van een criminele organisatie, is het genoeg om lid hiervan te zijn om ook vervolgd te worden. En dus werd het al Qaeda netwerk verzonnen om Bin Laden (die niet aanwezig was op het proces) te veroordelen. In werkelijkheid zou Bin Laden niet meer zijn dan een fanatieke enkeling die slechts op weinig steun kon rekenen en die zeker geen zeggenschap had over islamitische milities. Wel was hij een vooraanstaande geldschieter die, omwille van zijn genereuze giften, aanspraak kon maken op leden van trainingskampen voor zijn eigen activiteiten. Er was dus niet zoiets als één netwerk onder het toeziend oog van Bin Laden. Niet in tijde van het proces, in januari 2001, en niet in september 2001. Een eerste grote leugen rond de war on terror, werd de wereld in gestuurd.
Wanneer de aanslagen op de Twin Towers hadden plaats genomen, had de regering een schuldige nodig. Die vond die al snel in het netwerk dat zij enkele maanden daarvoor zelf had uitgevonden. Bin Laden, als hoofd van het netwerk, werd verdachte nummer één. Door de oorlog tegen het terrorisme werden extremistische enkelingen als hem in het Midden-Oosten plotseling zeer zichtbaar en hier en daar ook zeer populair. Zawahiri die tijdens de jaren 80 en 90 in het Midden-Oosten een islamitische revolutie trachtte te ontketenen, maar hierin mislukte, genoot tevens van het onverwachte succes die de war on terror voor hem met zich mee bracht. De aanslagen bewezen wat Zawahiri reeds dacht: om de massa te mobiliseren moest hij zich niet op nabije regimes richten, maar op het verre Westen.
Al waren de aanslagen van 9/11 een daad van een zeer kleine groep fundamentalisten, het nieuws ging de wereld rond dat waarschuwde voor een enorm groot netwerk dat het Westen met haar burgers wou verwoesten. Niet dat de VSA geen reden hadden tot ongerustheid, maar het hele verhaal werd opgeklopt en aangedikt tot een spectaculair verhaal dat angst en paniek zaaide onder de bevolking die geloofde dat de wereld elk moment tot ontploffing kon worden gebracht.
Het getraumatiseerde en angstige volk eiste gerechtigheid en de neoconservatieve fractie van de regering zag haar kans om van Amerika terug een imperialistische macht te maken. Afghanistan, die op vraag van de VSA Bin Laden niet wou uitleveren, werd binnengevallen en de Taliban werd – om de zaken niet te complex te maken – gelijk gesteld aan al-Qaeda en van tafel geveegd. Vele leden van de Taliban werden gedood, anderen werden opgepakt. Allemaal omdat zij lid waren van een wereldwijd netwerk dat in feite niet eens bestond.
Eén van de eerste gebeurtenissen die erop wezen dat de regering de zaken erger had voorgesteld dan dat ze in werkelijkheid waren, waren de arrestaties van verschillende zogenoemde slapende cellen die achteraf onschuldige groeperingen of families bleken te zijn. Deze slapende cellen waren volgens de overheid vertakkingen van al Qaeda, die verspreid waren over 60 landen waaronder ook de VSA. Maar vele mensen waren onschuldig toen ze beticht werden van lidmaatschap hiervan. Zo werd de Detroit-cell geklist op basis van videobeelden die toonden hoe een groep moslimjongeren genoot van hun trip naar Disneyland. Wat overduidelijk een toeristisch filmpje is, werd geklasseerd als een film ter voorbereiding van een terroristische aanslag. Zo kwam er even een vuilnisbak in beeld, … toevallig droppen terroristen vaak hun bom in een vuilnisbak. Een ander fragment toont een camera die per ongeluk nog draait wanneer mensen op straat rondlopen. Je ziet niets meer dan een schaduw van een voetganger die op een trottoirs loopt, maar volgens de overheid toonde het een schaduw van een terrorist die filmt hoeveel passen twee strategische punten uit elkaar liggen. Kortom, een onschuldige groep jongeren uit Detroit werd vals beschuldigd van het beramen van een aanslag… . Het bewijs werd – volgens de overheid- ook geleverd door het onschuldig karakter van de film. De terroristen hadden de sfeer met opzet zo gecreëerd dat het lijkt alsof ze onschuldig het attractiepark bezochten en hierdoor werd ook dit bewijs. Uiteindelijk werd toegegeven dat zij onschuldig waren, maar dit haalde nooit het grote nieuws. Nog vele andere gelijkaardige voorbeelden zijn er te vinden. Of deze met opzet opgepakt zijn valt sterk te betwijfelen, eerder kan er vanuit gegaan worden dat, door de paniek en angst die er onder de bevolking - en dus ook het politiekorps- leefde, de politie en inlichtingendiensten overdreven reageerde op nietsbetekenende feiten.
Dit soort overdreven reacties en snelle veroordelingen zonder voldoende bewijzen is wat men in de documentaire omschrijft als het paradigma van preventie en is een gevolg van een politiek rond angst. Alles wat denkbaar is, wordt in het discours geworpen. Regeringen moeten op alles voorbereid zijn wat denkbaar is en bewijslast doet er niet meer toe. Wanneer iets denkbaar is, is het mogelijk en moet het voorkomen worden. Regeringen kunnen daarom beslissingen nemen zonder zich te moeten verantwoorden. Daarenboven gaan regeringen die een politiek van angst voeren uit van de drievoudige ontkenning die zegt dat het niet beschikken over bewijslast niet wil zeggen dat je geen actie moet nemen. Als dat de reden wordt, krijgt de regering volledig vrij spel! Voor een grootmacht als Amerika, die beschikt over een wijd verspreid netwerk van economische, politieke en militaire belangen is dat bijzonder gevaarlijk. Zeker als men weet dat verschillende regeringsleden van die grootmacht er imperialistische dromen op na houden.
Terwijl bovenstaande paragrafen betogen dat de Amerikaanse overheid (en andere overheden) zaken heeft overdreven en vertekend, zijn er ook flagrante leugens verspreid. Het voorbeeld bij uitstek is nog steeds Irak en de massavernietigingswapens waarover het zou beschikken. In de documentaire is meerdere keren te zien hoe officiële regeringsleden zoals Bush en Perle verschillende keren deze leugens letterlijk verspreiden en hoe zij woord voor woord beweren dat Saddam Hoessein banden had met al Qaeda en dat er hiervoor bewijzen voorhanden zijn. Ondertussen weten we allemaal dat daar niets van aan was.
Documentaires als deze, die wijzen op de leugens en onwaarheden die een regering verspreid, zijn in grote aantallen terug te vinden, en alhoewel ook deze informatie niet blindelings geloofd mag worden is het belangrijk dat ze voorhanden is. Het functioneert als een tegengewicht voor het discours van de Amerikaanse regering dat lange tijd blindelings overgenomen werd door de bevolking, de media en andere regeringen. Het herstelt het evenwicht in de visies die er over terrorisme bestaan. Het is dus belangrijk dat deze documentaires hun weg vinden naar het volk. Met deze documentaire was dat zeker het geval aangezien die op de BBC is getoond geweest.
Een ander belangrijke meerwaarde van deze documentaire is dat ze wijst op de macht die de Amerikaanse politiek in handen kreeg dankzij dit discours. Ze kreeg bijvoorbeeld toegang tot enorme budgetten om de strijd aan te gaan met een vijand die zij zelf hadden uitgevonden – in de documentaire een phantom enemy genoemd. Ze kreeg de mogelijkheid haar eigen organisatie te herorganiseren om de departementen beter af te stemmen op de strijd tegen het terrorisme (denk maar aan de herstructurering van USAID, dat nu ook een bevoegdheid is van het ministerie van Buitenlandse Zaken). Nog dankzij deze overdrijvingen en leugens is ze Afghanistan én Irak kunnen binnenvallen en heel even leek het alsof Iran ook op het lijstje stond. Recentelijk is ook uitgekomen dat de Amerikaanse regering over dat laatste land leugens verspreid heeft. Ook het hierboven vermelde paradigma van preventie en de drievoudige ontkenning geven een regering een grote macht, daar zij zich niet meer moet verantwoorden voor haar daden en beslissingen.
Kortom, de regering heeft dankzij haar politiek rond angst enorm veel macht gekregen. Voor een land als Amerika, dat reeds een grootmacht is en daarboven militair de machtigste is ter wereld, is het belangrijk dat deze zaken aan het licht komen. Documentaires als deze kunnen hiertoe bijdragen en hebben de mogelijkheid de kijker te wapenen tegen dit soort discours en de gevolgen die hieruit voortkomen.
Gudrun Mostmans
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten