woensdag 26 december 2007

The Fog of War


Egon Gussé
26/12/2007


In mijn vorige post heb ik het gehad over hoe de oorlogsbereidheid van een natie voor een conflict op basis van non-informatie kan zorgen. Nu wil ik nog een stapje verder gaan en via een beeldfragment tonen hoe de druk van de publieke opinie eveneens voor overhaaste beslissingen kan zorgen, althans volgens Robert S. McNamara. Daarnaast toont het fragment hoe de publieke opinie ervoor heeft gezorgd dat de overheid het volk makkelijk voor een oorlog kon "prepareren" ("we have to educate the people").


Deze post is gebaseerd op een fragment uit de bekroonde documentaire "The Fog of War". De film draait rond het leven van Robert S. McNamara, jarenlang een machtige speler in de Amerikaanse buitenlandse politiek. Hij heeft zo wat elke hoge functie in de politieke arena vervuld: tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht hij nog als officier, gedurende de Cubacrisis en de escalatie van de Vietnamoorlog was hij minister van Defensie en later werd hij hoofd van de Wereldbank. Tijdens het draaien van de film was hij 87 jaar, maar hij kijkt nog steeds even helder van geest op zijn manier gewetensvol terug op zijn veelbewogen politieke leven.

De documentaire "The Fog of War" heeft als ondertitel "The Eleven Lessons from the Life of Robert S. McNamara"en werd geregisseerd door de geronommeerde cineast Erol Morris. De film is opgebouwd uit een selectie van meer dan 20 uur aan interviews die Morris had met Robert McNamara, afgewisseld met historische beelden. "The Fog of War" won in 2004 de Oscar voor Beste Documentaire (http://www.filmfocus.nl/films/11441-The-Fog-of-War.html).

Ik wil me nog verontschuldigen voor het probleem met de klank, blijkbaar is er bij het inladen iets verkeerd gelopen. Wie de volledige documentaire wil zien kan die terugvinden op Google Video.





Dit fragment situeert zich na de moord op president Kennedy. Lyndon B. Johnson is net aan de macht gekomen en McNamara is op dat moment Minister van Defensie. De twee hadden voorheen al meningsverschillen gehad maar nu worden ze verplicht om samen een oplossing te zoeken voor het escalerend conflict in Vietnam. Eigenlijk weten ze niet goed wat er nu net aan de hand is in Vietnam en zouden ze liever niet ingrijpen ("You can have more war or more appeasement. But we don't want more of either."). Maar Johnson vindt tegelijkertijd dat het Vietnamese volk steun verdient. Zijn tweestrijd wordt nog versterkt door de kritiek die hij van alle kanten krijgt en de publieke opinie die hem de kop van jut maakt. Het Amerikaanse volk vindt hem een lafaard omdat hij niet lijkt in te grijpen en zijn politieke tegenstanders verwijten hem dat hij het conflict in Vietnam onder de mat probeert te schuiven. McNamara en Johnson beseffen dat Vietnam een al te heet hangijzer wordt en proberen iedereen te vriend te houden. De impasse is compleet totdat er iets onverwachts gebeurt: in de Golf van Tonkin wordt de destroyer Maddox door Noord-Vietnamese torpedo's aangevallen. Deze aanval leidt uiteindelijk tot de Amerikaanse interventie in Vietnam.


Wat we uit deze fragmenten moeten onthouden is de delicate evenwichtsoefening van Johnson wat zijn buitenlandse politiek betreft. Aan de ene kant loopt hij het gevaar als een lafaard afgeschilderd te worden (bv. na de eerste aanval op de Maddox), aan de andere kant kan een ondoordacht optreden hem het predicaat van oorlogsstoker opleveren. McNamara legt de verantwoordelijkheid van Johnsons optreden dus in de handen van de publieke opinie. Het spreekt uiteraard niet volledig in het voordeel van Johnson dat hij zich daardoor heeft laten leiden. Hij heeft misschien gedaan wat het volk hem vroeg, maar het getuigt van een zwakke ruggengraat om zomaar voor het volk door de knieën te gaan.

Ik ben echter van mening dat McNamara (deels) een loopje met de werkelijkheid neemt. Hoe aimabel en betrouwbaar hij zich in de documentaire ook voordoet, we kunnen er niet om heen dat hij ooit één van de machtigste mensen ter wereld was. Wanneer hij in de film over de Cuba-crisis praat, wordt duidelijk dat hij een hardliner was. Zo wil hij ons nog altijd doen geloven dat Fidel Castro bereid was nucleaire wapens in te zetten en dat het niet veel had gescheeld of de hel was losgebarsten. Recent historisch onderzoek heeft deze beweringen al meermaals weerlegd (cfr. E. Hobsbawm, Een eeuw van uitersten, 1995). De Cuba-crisis was inderdaad een harde confrontatie, maar beide partijen wisten heel goed dat het enkel om blufpoker ging. Niemand was van plan om de nucleaire wapens daadwerkelijk in te zetten. Deze confrontatie was voor de V.S. natuurlijk wel handig om te gebruiken in hun anti-communistische discours: het was alweer een bewijs van de Russische/Cubaanse waanzin en de rede van de V.S.

Volgens mij doet McNamara in dit fragment iets soortgelijks. Hij laat uitschijnen dat Johnson niet anders kon dan ingrijpen omdat het de wil van het volk was. Persoonlijk had hij liever niet ingegrepen en de delicate machtsbalans gelaten voor wat ze was. Wanneer de druk uiteindelijk toeneemt beslist hij om er aan toe te geven en om via een uitgekiend discours er een gerechtvaardigde oorlog van te maken ("a war for the hearts and the minds of the South Vietnamese people"). We kunnen ons afvragen of McNamara wel het volledige verhaal vertelt. Hij zegt ons bijvoorbeeld niet hoe het komt dat het Amerikaanse volk sancties tegen Vietnam eiste, hij vertelt ook niet welke hetze tegen het oprukkende communisme (het Domino-effect) aan de gang was en wie daar verantwoordelijk voor was. Uiteraard kan ik dit alles hier niet hard maken maar volgens mij kan de rol van de clan rond Kennedy en Johnson moeilijk onderschat worden. McNamara wijst er enkel fijntjes op dat het zijn politieke tegenstanders waren die het volk ophitsten en de president tot zijn toch wel noodlottige beslissing dwongen. Slim natuurlijk, hij schuift de waanzin van de Vietnam-oorlog zo in de schoenen van zijn toenmalige tegenstanders en hij gaat zelfs zo ver dat hij ook het volk een deel van de schuld geeft.

Hetzelfde doet hij met de gebeurtenissen in de Golf van Tonkin. Volgens hem geloofde Johnson oprecht dat de Maddox twee keer was aangevallen. De conversaties lijken hem zelfs gelijk te geven; de Maddox bevestigt immers (op een nogal knullige manier) de aanval van vier augustus ("no doubt about that, I think"). Johnson wordt dus bijna als een slachtoffer van desinformatie gezien. Meer zelfs: de Tonkin Gulf Resolution wordt zo bijna als een ongelukje beschouwd. Stel u voor: Johnson krijgt zomaar de autoriteit om de V.S. in een oorlog met Vietnam te betrekken, en dat alles zonder dat het eigenlijk zijn bedoeling was. Behoorlijk vreemd toch? Volgens mij is dit ongeveer dezelfde situatie als in 2003 (cfr. Curveball). Het is opnieuw de oorlogsbereidheid van een natie waarvan de bevolking met propaganda is bestookt, die het de leiders mogelijk maakt om zich op basis van hele of halve leugens in een conflict te mengen. Daardoor kreeg Johnson de mogelijkheid zichzelf als een sterke leider voor te doen en tegelijk gewoon zijn eigen wil door te drijven. Trouwens, de aanval op de Maddox was misschien niet zo lukraak als McNamara hem voordoet. Het was niet zo dat het schip gewoon voor de kust van Vietnam lag. Integendeel, het voerde een agressieve spionagecampagne uit in samenwerking met de marine van Laos en Zuid-Vietnam (http://www.fair.org/index.php?page=2261). Dat de Noord-Vietnamezen zich in die context verdedigden, kan dus bezwaarlijk als een laffe daad worden gezien.

Op een bepaald moment zegt McNamara "we see what we want to believe" en daar heeft hij absoluut gelijk in. Wat hij er niet bij vertelt is dat hij in die tijd mee bepaalde wat er werd gezien. Zelfs in een ontluisterende en integere documentaire als deze is een poging tot manipulatie dus niet ver weg.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik heb een tweetal jaar geleden deze even indringende als leerzame documentaire op het witte doek gezien, en ging toch niet buiten met het gevoel gemanipuleerd te zijn, noch door de documentairemakers, die niet nalieten McNamara kritisch te confronteren met heel wat omstreden zaken, noch door geïnterviewde zelf, die onverbloemd zijn stellingen debiteerde, die soms even cynisch als verbluffend helder waren.

McNamara had het zo heel openhartig over de verwoestende bombardementen op Japanse steden, de 100.000 doden die daarbij alleen al in Tokyo vielen. "We deliberately used firebombs !", herhaalde McN heel uitdrukkelijk, terwijl de camera over de 125 km² verschroeid Tokyo glijdt.

De grondslagen voor de naoorlogse Amerikaanse militaire strategie met gebruik van strategisch bombarderen om zo weinig mogelijk slachtoffers in eigen rangen en zoveel mogelijk bij de vijand te maken (ook toegepast in Korea 1950-53) werden reeds aan het einde van WOII gelegd (cfr. ook bombardement op Dresden).

Het militaire nut hiervan is nooit overtuigend aangetoond; een klassiek schoolvoorbeeld van de heilige, of liever, onheilige drievuldigheid van leugens, oorlog en imperiale politiek.

warliesempire zei

Inderdaad, je hebt gelijk wanneer je zegt dat de documentaire heel integer gemaakt is. Dat is ook de reden waarom ik ze gebruikt heb. Het is inderdaad ook heel straf dat McNamara zo openhartig praat over zo'n controversiële zaken. Volgens mij is het net dat wat je bedoelt met de kritische benadering van de regisseur.

Maar, en dat kan men toch niet ontkennen denk ik, McNamara praat vanuit zijn visie en zijn ervaringen. Dat is ook de opzet van de documentaire en de reden waarom ze zo interessant is. Het is misschien niet zijn bedoeling om te liegen, maar wat hij zegt in onbetwistbaar gekleurd. Om even terug te komen op de Cuba-crisis: McNamara verkondigt dat Castro in het ergste geval toch zijn nucleaire wapens had ingezet. Ondertussen is dit al meermaals weerlegd, toch blijft McNamara dit volhouden. Ook zijn versie van wat er in de Golf van Tonkin gebeurd is, verschilt van wat modern historisch onderzoek heeft aangetoond (cfr. de site waar ik in mijn post naar verwijs). Dat de regisseur dit niet nadrukkelijk corrigeert versta ik: de film heeft niet de intentie objectief te zijn, ze geeft enkel Mc Namara's versie van wat er gebeurd is en welke lessen hij daaruit wil trekken. Via de gruwelijke beelden geeft de regisseur dan weer wel kritiek, maar dat is dan weer iets anders...

In mijn post wou ik eerst en vooral enkele mooie beeldfragmenten tonen over één van de bekendste leugens uit de recente geschiedenis. De thematiek van de film leende me er toe om ook nog wat te zeggen over hoe rechtstreekse getuigen hun gekleurde visie meegeven. Misschien had ik beter niet over "manipulatie" gesproken maar het is volgens mij wel zo dat McNamara enkele zaken niet vertelt en het beeld zo vervormt. Over "we have to educate the people" heeft hij het bijvoorbeeld niet nadrukkelijk, terwijl dit niet onbelangrijk is voor het verhaal. Het wijst er namelijk op dat hij een van de mensen was die de publieke opinie gunstig kon stemmen voor een oorlogscampagne. Dat niet veel later een oorlog uitbreekt op basis van een imaginaire aanval lijkt me dan ook geen toeval (cfr. Curveball in mijn eerste post). Vergeet ook niet dat de leugen vanuit zijn departement verspreid werden (hij was minister van defensie). Het enige wat hij daarover zegt is dat ze zich vergist hebben en dit dat een spijtige zaak was. Hij zag wat hij wou geloven, terwijl, en dat is toch wel zeer belangrijk, hij deels bepaalde wat anderen konden zien en geloven. En dat schemert ook door in de film.

Mc Namara is dan misschien openhartig, hij is volgens mij nog steeds geslepen genoeg om niet het achterste van zijn tong te laten zien. Dat hij toegeeft dat er vreselijke zaken zijn gebeurd, is dus nog iets anders dan zeggen waarom ze gebeurd zijn. Zijn info is bijgevolg (deels ongewild door zijn positie van ooggetuige, deels door het medium) onvolledig en vervormd. Althans, dat is mijn mening.

Egon Gussé